HUGO KAAGMAN  STENCIL KING
A r t i s t     E x c h a n g e
Nederlandse muurschilder gaat van Delfts blauw naar Blue Curaçao Algemeen Dagblad Caribische Editie woensdag 3 februari 1999. Door Franca Mols   Foto: Shanon Casper WILLEMSTAD - Een biënnale in Willemstad, zoals in Sao Paolo en Kassel waarvoor allerlei galeries worden uitgenodigd, óf ten minste een bliivend atelier voor kunstenaars uit de Nederlandse Antillen, Aruba en Nederland. Dat is wat Hugo Kaagman (44), kunstenaar in Amsterdam, voor ogen staat. Hij werd geselecteerd uit 200 kunstenaars in Nederland en is de eerste die in. het kader van een. vier jaar durend uitwisselingsproject tussen de partners in het Koninkrijk drie maanden zijn licht opsteekt in een ander rijksdeel. De eerste Antilliaanse kunstenaar vertrekt in mei of juni naar Nederland. De (muur)schilder en keramist Kaagman koos uit de eilanden voor Curaçao omdat hij, weliswaar van de natuur, maar vooral van het stadsleven houdt. Ik ben de big city gewend en kom niet voor mijn rust hierheen. Ik ben al in Trinidad, Barbados en Suriname geweest en ben gek op Caribische muziek. In Amsterdam woon ik bij de Albert Cuyp, die omgeving is voor de helft multicultureel. Culturele uitwisselingen tussen de landen en eilanden, bevordering van de eigen culturele ontwikkeling van de Nederlandse Antillen en Aruba en het vergroten van de kennis en waardering over en weer voor de beeldende kunsten zijn de doelstellingen van het project, dat wordt gedragen door het Centrum Beeldende Kunst Rotterdam, de Mondriaan Stichting en het departement van Onderwijs en Cultuur van de Nederlandse Antillen. "De isolatie moet worden opgeheven, wederzijdse inspiratie moet het gevolg zijn", aldus Kaagman.  Ik wil in kaart brengen wat hier allemaal is en dat in Nederland presenteren. Er is daar niet veel bekend over de kunst hier, maar er wordt wel denigrerend over gesproken. Als je goed bent, kom je wel naar Nederland, vindt de museumwereld. Ik ben hier om het tegendeel te bewijzen." Met lezingen en workshops -gisteren was de eerste - hoopt Kaagman de Curaçaose beroepskunstenaars te interesseren. "Ik wil een kunstkrant uitgeven met bijdragen van lokale kunstenaars. Het is een low-budget project. In de krant is plaats voor verhalen, gedichten en andere teksten, voor stripverhalen, tekeningen en foto's. Afhankelijk van het thema zijn ze in beweging te krijgen. Ik wil reacties uitlokken." Kaagman vocht jarenlang voor erkenning. "Mijn favoriete techniek is spuiten. Ik heb veel gereisd en kwam overal patronen tegen. Ik heb veel Afrikaanse en Arabische patronen toegepast, maar kwam uit op Delfts blauw. In Nederland is die techniek bijna verdwenen. Het land houdt niet van zijn eigen cultuur. Delfts blauw wordt nog slechts voor toeristen gemaakt. Ik heb daar een lang gevecht over gevoerd. Eerst werd er nog om mijn werk gelachen, maar toen bleek dat ik het serieus meende en ermee doorging, kregen mensen er moeite mee. Desondanks slaagde hij er in mensen te overtuigen van de mogelijkheden van de techniek, die hij op een moderne manier toepast. Op Schiphol maakte hij een muurschildering van 65 meter breed, in Delfts blauw. "Het is een muur in een overstapruimte; zo weten mensen in welk land ze zijn." Ook Japan heeft werk van hem in Delfts blauw en British Airways, dat zich een nieuwe identiteit wil aanmeten, laat alle toestellen van de Nederlandse vloot beschilderen naar een ontwerp in Delfts blauw van Kaagman. De eerste tien vliegtuigen zijn al klaar . "Het is een soort tribal art, zegt de kunstenaar. De beeldende kunst dreigt evenals de muziek homogeen te worden. Overal dreunt discomuziek. Kunstenaars worden internationaal, lezen allemaal dezelfde bladen. Ik vind het belangrijk met je eigenheid aan de wereldcultuur bij te dragen. Dat hoeft niet nationalistisch of behoudend te zijn, maar je mag wel je eigen identiteit laten zien. Als ik zeg dat Johnny Jordaan de vertolker is van de Nederlandse blues, lachen mensen me uit. Maar het is wel zo. Hier ga ik Blue Curaçao maken.  
Hugo Kaagman:”Wat is decoratie en wat is “hoge kunst”?” Graffiti op een paradijselijk eiland In het kader van een uitwisselingsprogramma voor kunstenaars zijn twee Nederlandse kunstenaars de komende maanden op Curaçao aan het werk. Dat zijn de op Curaçao geboren Ruben Lacruz en de Nederlander Hugo Kaagman. Binnenkort zal een Antilliaanse kunstenaar uitgezonden worden naar Nederland. Nadat Hugo Kaagman een week op Curaçao had doorgebracht organiseerde gastvrouw Poppie Verboom van Kas di Alma Blou een kennismakingsavond met alle kunstenaars van het eiland en andere belangstellenden. Tijdens die bijeenkomst vertelde Kaagman over zijn werk en liet hij daarvan dia's zien. Door Nel Casimiri            AMIGOU, zaterdag 27 februari 1999   Foto: Ronnie Smiet Tijdens de bijeenkomst vertelde Kaagman dat, wat verwacht wordt van de kunstenaars die uitgezonden worden, tot nu toe vrij vaag is. Hij is de eerste en dat zal ook een trend zetten voor degenen die na hem komen. Wel is het de bedoeling op deze manier de isolatie waarin Antilliaanse kunstenaars zich bevinden op te heffen en hun inspiratie aan te wakkeren. Hugo Kaagman, die nu 44 jaar oud is, besloot 22 jaar geleden vanaf dat moment 100% kunstenaar te zijn. Hij werkt in een pop-art achtige stijl waarin hij veel van andere culturen verwerkt, bijvoorbeeld uit Marokko, Senegal en andere Afrikaanse landen, waar hij korte of langere tijd heeft doorgebracht. Oorspronkelijk komt hij uit de punkbeweging. Hij begon met collages en krantjes maken en natuurlijk met graffiti. In plaats van alleen spuiten met verf, begon hij zijn voorstellingen te sjabloneren. Aanvankelijk op muren, maar later werkte hij ook op canvas. Die sjablonen werden zijn kenmerk. Aanvankelijk als anti-kunst en jungle-art. In Marokko kwam hij prachtige tegelpatronen tegen die een leidraad zijn gaan vormen in zijn werk. Bij tegelpatronen werkje met sjablonen. Die sjablonen worden gespiegeld en daarna gedraaid naar alle hoeken van de tegel. Op die manier ontwierp hij tegels van 1 vierkante meter, een maat waar hij een voorliefde voor heeft. Ook zijn huis in Amsterdam heeft hij meerdere keren beschilderd. In alle landen die hij bezocht, vond hij motieven die hij voor zijn tegels kon gebruiken. Neem bijvoorbeeld de koptische kruizen uit Ethiopië: gespiegeld en gedraaid vormen ze een soort mandala. Het vervaardigen van tegels is in Nederland geen onbekend ambacht. Nederland staat in het buitenland bekend om zijn Delfts-blauwe tegels. Dat Delfts blauwen vooral die tegelpatronen spraken Kaagman aan en hij ging ermee experimenteren. Hij maakte tegel-plateaus en grote schotels van Delfts blauw. Hij ging de wereld met een Delftsblauwe blik bekijken zoals hij het zelf noemde. Eerst met molens en water. Later kwamen in die Delftsblauwe tegels van hem ook motieven uit Lapland, uit Frankrijk, Italië en Spanje terug. En steeds bleef het werken met sjablonen. Nu is er geen opleiding, ook niet op een kunstacademie, die je leert werken met sjablonen, dus Kaagman leerde zichzelf steeds beter en nauwkeuriger zijn sjablonen uit te snijden. Hij haalt zijn schouders op: "Wat is decoratie, wat is hoge kunst? Je kunt het ook omdraaien!" En Kaagman kon er niet omheen. Hij zocht en kreeg steeds meer zijn inspiratie uit de keramiek, dus ging hij tenslotte zelf ook keramiek maken. Hij schilderde met glazuur en maakte hele tegelwanden. Aan het slot van zijn inleiding kwam hij nog even terug op de uitwisseling van Nederlandse en Antilliaanse kunstenaars: "Er wordt in Nederland heel cynisch over gedacht. Ik wil hen hun ongelijk laten zien". Daarom heeft hij allerlei plannen gemaakt, die hij de andere kunstenaars die avond voorlegde. Allereerst wil hij een krantje gaan maken waarin kunstenaars hun ideeën uiten. Hij wil dat krantje zowel hier als in Nederland uitbrengen om zo de contacten te verstevigen. Daarnaast wil hij een muur beschilderen, maar gezamenlijk met Curaçaose kunstenaars. Ze hebben toestemming gekregen de muur tegenover Kas di Alma Blou daarvoor te gebruiken. En wie weet hoeveel muren nog volgen? Een week na die eerste kennismaking ontmoet ik Hugo Kaagman in de tuin van Kas di Alma Blou. Daar kon ik hem vragen naar "zijn" vliegtuigen. Hugo Kaagman heeft namelijk als Nederlandse kunstenaar de staarten van tien vliegtuigen van British Airways beschilderd. Die vliegtuigmaatschappij heeft kunstenaars uit de landen waar de maatschappij op vliegt gevraagd een patroon te ontwerpen voor die staarten. Het moest gaan om een abstract ontwerp, kenmerkend voor de gemeenschap. Zo zijn er vliegtuigen met motieven van eskimo's, uit Zuid-Afrika, vliegtuigen met staarten in Schotse ruiten, vliegtuigen met Pools knipwerk, met naïeve schilderkunst uit Botswana en dus ook vliegtuigen met Delftsblauwe staarten. De naam van de kunstenaar staat groot vermeld op het vliegtuig. "Er kan heel veel informatie op een tegeltableau. Hét is een eigen ontwerp en tegelijk traditioneel. De leuze is: "To modernise the traditions to use them for the future". Ik deed dat aldoor al met Delfts blauw. Het moest behoorlijk abstract worden voor die vliegtuigen. Alle kunstenaars hebben. iets met patronen gekozen. Het ging om tien verschillende vliegtuigen voor mij en ze hebben alle tien verschillende staarten. De vliegtuigmaatschappij wil kunst promoten, daarom staat de naam van de kunstenaar ook op het vliegtuig. Ik bevind me daar in leuk gezelschap. Alle gegevens over die vliegtuigen staan ook op de home-page van British Airways met een foto van de betreffende artiest. "Mijn specialiteit is sjablonen en collages. Ik ben geen fijnschilder, al lijkt het soms hyperrealistisch. Ik heb die sjablonentechniek zelf ontwikkeld. Nu, na 22 jaar, ben ik de, beste ter wereld. Ik zie de techniek overal terug. Ook op Curaçao. De verkeersborden bijvoorbeeld zijn met sjablonen gemaakt.. Ik zie het meteen. Er wordt ook veel gespoten hier, vaak heel mooi, bijvoorbeeld de reclameborden, e.d. Het is de oudste druktechniek. Alleen kunstenaars gebruiken die techniek niet, maar de know how is er wel." Op zijn voorstel om een krant te maken kwam veel respons van Curaçaose kunstenaars. Men zag er wel wat in. Ooit is een poging ondernomen iets dergelijks op te zetten bij de kunstenaarsmanifestatie in Hotel Caracas. Maar na het eerste nummer is nooit meer een tweede verschenen. "We gaan die krant maken. De Curaçaose Kunstkrant, voorlopig heet het zo. Ik richt het op, werk er een paar maanden aan en daarna hoop ik dat het doorgaat. Dat het tot nu steeds mislukte komt door ruzies onderling heb ik gehoord. Ik hoop dat we, omdat ik een buitenstaander ben, niet zo veellast zullen hebben van gekonkel. In ieder geval ben ik van plan me dar niets van aan te trekken, Er hebben al twintig mensen ingeschreven die mee willen werken aan een krant en tien die het nog niet precies weten. Ik ga overal langs. Ïk ga ook de ateliers bezoeken en brainstormbijeenkomsten houden als het eerste nummer uit is of bijna uit. Er is een dialoog nodig. Ik heb het idee voor die krant ook naar Nederland gestuurd. Ik hoop op respons van daar. Veel kunstenaars hebben belangstelling en zijn bereid mee te"werken" Een ander gegeven van de uitwisseling is samenwerking. Ik ga samen met een aantal anderen een muurschildering maken. We hebben al toestemming van de havenautoriteiten om de muur hier tegenover te beschilderen. Het idee komt uit de graffitiwereld "Waar ik uit kom. We maken een soort Hall of Fame, waar alle belangrijke schilders een bijdrage aan leveren. Misschien willen ook keramisten meedoen. Hun werk kan ook tegen de muur aangebracht worden. Zo komt er een kunstexpositie aan de openbare weg. Bij het Maritiem Museum is ook een muur die beschilderd kan worden en wie weet of nog meer mensen zich melden. Dit is een tijdelijk project. Er staat vier jaar gepland. Eigenlijk zou het permanent moeten zijn. Het is goed eens even uit Nederland weg te zijn. Dat is zo'n klein wereldje. Veel kunstenaars willen wel, zelfs Rob Scholte in zijn rolstoel wil graag”“Er heeft een advertentie gestaan in Beeldende Kunst Informatie, een overheidsblaadje met zakelijke mededelingen, saai, maar met advertenties. Ik kijk er altijd in, omdat ik op zoek ben naar muren.  Toen zag ik die advertentie. Ik wilde Willemstad wel eens in het echt zien, ik kende het alleen van foto's". Hugo Kaagman werd uit 200 aanmeldingen uitgekozen door een jury waarin o.a. José Maria Capricorne zitting had. Bij de dia's die je de eerste keer liet zien, waren er verschillende van beschilderde muren. Hoe kom je aan zo'n muur? Word je voor je werk betaald? Door wie? "Dat hangt ervan af. Een school bijvoorbeeld beschilder ik tegen betaling van onkosten, maar gaat het om een commercieel project, dan moet er betaald worden. Illegaal ga ik hier niets doen. Stel je voor, kom ik in Koraal Specht terecht. Ik heb in Amsterdam een paar keer in een cel gezeten. Dan houden ze je een nachtje vast om te pesten en krijg je daarna een boete. Of de schoonmaakkosten moet je betalen." In Amsterdam zijn ook alle trams beschilderd. Heb je daaraan ook een bijdrage geleverd? "Nee, dat hebben ze afgewezen. Ze wilden geen Delfts blauwe trams en ook geen graffiti. Drie schetsen die ik gemaakt had, zijn afgewezen, en vlak daarop kwam die opdracht voor de vliegtuigen. Wat moest ik lachen””. Sommige van de trams die beschilderd zijn, worden overgespoten door graffiti, Waarom? "Het is in de graffiti"-wereld een regel dat je alleen ergens overheen mag gaan ah; je denkt dat je het daardoor mooier kan maken. Dus die tram vonden ze niet mooi! Kijk, op grachtenhuizen spuit je niet, daar worden ze lelijker van. Maar op betonnen muren wel, Er zijn regels. iedereen heeft ook een naam. Je hebt graffitimeesters, daar ben ik er een van, en je hebt beginnelingen. Beginnelingen heten Toy, die mogen op de uitkijk staan. Ik ben wel een master van de Old School, omdat ik uit de punktijd van 77 ben. Wij hebben iets van engagement en een statement. Daarna kwam de HIPHOP School, dat is pochen en bluffen en je eigen naam ergens heel groot doen. Ze gebruiken bubble letters en glitter en synoniemen, omdat je anders gearresteerd wordt, Het allermooiste daarvan is de Wild Style. Daarbij zijn de letters onleesbaar en wordt het een abstracte kunst. Alleen insiders kunnen het ontcijferen. Sommige mensen zijn heel groot geworden zoals Jean Michel Basquiat. Hij kwam uit Haïti en woonde in New York. Basquiat is ongeveer tien jaar geleden aan een overdosis overleden. Over hem is een film gemaakt. Elk krabbeltje van hem is nu miljoenen waard. Dat geeft hoop voor andere kunstenaars. Je moet je eigen stijl ontwikkelen. Het is de enige kunststroming in Europa die de jongeren aanspreekt. Het is iets wat je niet op school kunt leren. Het is niet opgenomen in de. kunstacademies. Daarom is het ook niet kapotgemaakt. Als je het incorporeert, gaat het mis. Maar je kunt het zien in heel veel fotoboeken". Kaagman kijkt verlangend omhoog. "Als ik hier die grote brug zie: in Amerika is een brug en daarover hebben ze zich met touwen laten zakken om de onderkant te bespuiten"
Workshops  MURAL PAINTING  ARTMAGAZINES  VIDEO FILM  INTERNET WEBSITE  EXPOSITION  FASHION SHOW
Ceramic plates made in the Arawak Ceramic factory
From 24 january until 24 april 1999 Kaagman and his family stayed on the island of Curaçao,
Back to menu